Voordat u het rapport afdrukt, kunt u het formaat, marges en richting van het document aanpassen en een voorbeeld van de wijzigingen bekijken in dit dialoogvenster Rapport afdrukken.
| A | Voorbeeld | Bekijk een voorbeeld van uw rapport voordat u het afdrukt. Wijzigingen die in dit dialoogvenster worden aangebracht, laden automatisch het voorbeeld opnieuw voor rapporten van 30 pagina's of minder. Klik voor grotere rapporten op Vernieuwen om uw wijzigingen te bekijken. |
| B | Printers | Selecteer welke printer u wilt gebruiken om het rapport af te drukken. |
| C | Kopieën | Selecteer het aantal exemplaren van het rapport dat u wilt afdrukken. Als u de optie niet ziet, drukt de door u geselecteerde printer slechts één exemplaar tegelijk af. |
| D | Pagina's | Kies ervoor om alle pagina's van het rapport of een subset van pagina's af te drukken. |
| E | Oriëntatie | Geef uw rapport weer in staande of liggende modus. |
| F | Kleur | Kies de kleurmodus voor het rapport. De beschikbare opties zijn afhankelijk van wat de geselecteerde printer ondersteunt. |
| G | Grootte | Selecteer een papierformaat voor het rapport. |
| H | Bron | Kies de papierbron voor het rapport uit de invoerladen op de printer. |
| I | Marges | Stel de marges voor het rapport in met vooraf ingestelde waarden, of maak aangepaste marges van 1-5 cm of 0,4-2 inch breed. De gebruikte meeteenheid is afhankelijk van uw regionale Windows-instelling. |