De bezetting van een parkeerzone aanpassen - Security Center 5.9

Gebruikershandleiding Security Center 5.9

Applies to
Security Center 5.9
Last updated
2023-05-08
Content type
Handleidingen
Handleidingen > Gebruikershandleidingen
Language
Nederlands
Product
Security Center
Version
5.9

Als de voor een parkeerzone gerapporteerde bezetting niet overeenkomt met het aantal auto's dat fysiek in de parkeerzone is geparkeerd, kunt u de bezetting in het systeem corrigeren met een handmatige actie, een sneltoetsactie of een gebeurtenistrigger.

Wat u moet weten

  • Een mismatch tussen de bezettingsgraad die voor een parkeerzone wordt gerapporteerd en het aantal auto's dat fysiek in de parkeerzone staat geparkeerd, kan worden veroorzaakt door kentekenplaten die aan de ingang of uitgang van de parkeerzone niet correct zijn gelezen. Afhankelijk van hoe het systeem is geconfigureerd, worden hierdoor foutlezingen of NOPLATE-lezingen gegenereerd. In dergelijke gevallen neemt de bezetting dienovereenkomstig toe of af, maar worden parkeersessies niet geopend of gesloten.
  • Wanneer u de bezetting van een parkeerzone wijzigt, sluit het systeem geen van de actieve parkeersessies. Dit komt, omdat het systeem niet per se weet welke parkeersessie moet worden gesloten. Als bijvoorbeeld het kenteken van een voertuig bij de uitgang van de parkeerzone niet wordt gelezen en een NOPLATE-lezing wordt geregistreerd, kan de NOPLATE-lezing niet aan een parkeersessie worden gekoppeld. Dit verschilt van wat er gebeurt wanneer u de inventaris van een parkeerzone opnieuw instelt. In dat geval worden alle parkeersessies automatisch gesloten en moeten voor de resterende voertuigen tickets worden uitgegeven of moeten deze voertuigen worden gesleept.

In het volgende voorbeeld wordt een handmatige actie gebruikt om de bezetting aan te passen. U kunt ook een sneltoetsactie of een gebeurtenistrigger configureren.

Procedure

  1. Klik in het Security Deskmeldingenvak op Sneltoetsacties ().
  2. Klik in het dialoogvenster Sneltoetsacties op Handmatige actie.
  3. Selecteer Stel parkeerzonebezetting in in de lijst met acties in het dialoogvenster Een actie configureren.
  4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Parkeerzone de parkeerzone die u wilt aanpassen.
  5. Voer de Bezetting in voor de parkeerzone, met vermelding van het huidige aantal voertuigen in de parkeerzone.
  6. Klik op OK.
    De handmatige actie wordt geactiveerd en de bezetting van de parkeerzone wordt ingesteld.