Nadat u een rapport hebt gegenereerd, worden de resultaten van uw query in het rapportagepaneel weergegeven. Dit gedeelte bevat de beschikbare kolommen voor de relevante rapportagetaak.
- Unit
- Naam van de unit.
- Unittype
- Unittype (Toegangscontrole, Inbraakdetectie, LPR of Video).
- Fabrikant
- Fabrikant van de unit.
- Producttype
- Model van de unit.
- Rol
- Rol die het apparaat beheert.
- Firmware versie
- Firmwareversie die is geïnstalleerd op de unit.
- IP-adres
- IP-adres van de unit of de computer.
- Fysiek adres
- Het MAC-adres van de netwerkinterface van de apparatuur.
- Gebruiker
- De gebruikersnaam die wordt gebruikt om verbinding te maken met de unit.
- Wachtwoordsterkte
- Sterkte van het wachtwoord op de unit. Wanneer u over de waarde van de wachtwoordsterkte beweegt, geeft een tooltip u meer informatie. "Onbekend" wordt weergegeven voor federatieve eenheden.
- Status
- Staat van de eenheid (online, offline, waarschuwing).
- Wachtwoord
- Wachtwoord weergegeven als een reeks '*'-tekens.
Als u het recht Unitwachtwoorden weergeven/exporteren heeft, klik dan op om het wachtwoord weer te geven.
Klik met de rechtermuisknop op de kolom Wachtwoord om uw wachtwoord naar het klembord te kopiëren.
- Laatste wachtwoordupdate
- Tijd van de aatste wachtwoordupdate.
- Voorgestelde firmware versie
- De aanbevolen versie die vereist is voor de upgrade. Deze kolom is leeg voor federatieve eenheden.
- Upgradestatus
- Status van de firmware-upgrade (Geen, Gepland, Gestart, Voltooid of Mislukt).
- Verificatie plan
- Geeft het type verificatie aan dat door de camera-unit wordt gebruikt, zoals basis, digest, anoniem of derden. Als de unit plotseling verzoekt om verbinding te maken met een minder veilig verificatie plan, dan weigert de Archiver de communicatie en gaat de camera offline. De Archiver verwacht bijvoorbeeld dat de camera digest-verificatie gebruikt, maar de camera probeert verbinding te maken via basisverificatie. De verbinding wordt geweigerd en de camera gaat offline.
- Volgende upgrade
- De datum voor de volgende upgrade op basis van de Vertraging upgrade tot instelling van de unit.
- Bovenliggend
- Het direct bovenliggend element van de interfacemodule of downstreampanelen, Als het bovenliggende element de toegangscontrole unit is, wordt alleen de kolom van Bovenliggende unit gevuld.
- Bovenliggende unit
- De bovenliggende toegangscontrole unit.
- Platform versie
- Huidige platformversie (cumulatief beveiligingspakket) geïnstalleerd op het apparaat.
- Voorgestelde firmware beschrijving
- De beschrijving van de vereiste update. Deze kolom is leeg voor federatieve eenheden.
- Actueel
- Er is geen firmware-upgrade nodig.
- Optioneel
- De firmware-upgrade is niet urgent.
- Aanbevolen
- De firmware-upgrade wordt aanbevolen.
- Beveiligingslek
- De firmware-upgrade lost een beveiligingsprobleem op en wordt ten zeerste aanbevolen.
OPMERKING: Deze informatie is alleen beschikbaar als Genetec™ Update Service wordt uitgevoerd. - Voorgestelde platformbeschrijving
- De beschrijving van de vereiste update. Deze kolom is leeg voor federatieve eenheden.
- Actueel
- Er is geen platformupgrade nodig.
- Optioneel
- De platformupgrade is niet urgent.
- Aanbevolen
- De platformupgrade wordt aanbevolen.
- Beveiligingslek
- De platformupgrade lost een beveiligingsprobleem op en wordt ten zeerste aanbevolen.
OPMERKING: Deze informatie is alleen beschikbaar als Genetec™ Update Service wordt uitgevoerd. - Voorgestelde platformversie
- De aanbevolen versie die vereist is voor de upgrade. Deze kolom is leeg voor federatieve eenheden.
- Reden voor upgradefout
- Reden dat de firmware-upgrade is mislukt (bijvoorbeeld Unit offline of Firmware-upgradepad niet nageleefd).
- Veilige modus
- (Alleen HID-units) Geeft aan of de beveiligde modus is ingeschakeld of uitgeschakeld.
- Veiligheidsprotocol
- Het beveiligingsprotocol dat wordt gebruikt door de toegangsbeheerder (TLS, Wiegand).
- Tijdzone
- Tijdzone van de unit.
- Gebruikerspecifieke velden
- Vooraf gedefinieerde gebruikerspecifieke velden voor de entiteit. De kolom wordt alleen weergegeven als voor de entiteit gebruikerspecifieke velden zijn gedefinieerd en als deze zichtbaar voor u zijn gemaakt toen ze werden gemaakt of de laatste keer werden geconfigureerd.