U kunt incidenten en incidentpakketten zoeken, beoordelen, aanpassen en verwijderen via de taak Incidenten.
Wat u moet weten
Als u de inhoud van een eerder gerapporteerd incident wilt bewerken (bijvoorbeeld de beschrijving aanpassen of een andere camera aan het rapport toevoegen), kunt u het rapport zoeken met behulp van de titel die u eraan hebt gegeven. Als u nog weet voor welke camera u het incident hebt geschreven, kunt u ook op een specifieke camera zoeken. Als u wilt zoeken naar opmerkelijke activiteit die de afgelopen week (of sinds uw laatste dienst) door andere gebruikers is vastgelegd, kunt u naar die incidenten zoeken door een tijdbereik in te stellen.
Als u een incidentrapport wilt aanpassen, moet u over het recht Gerapporteerde incidenten aanpassen beschikken. Als u een incidentrapport wilt verwijderen, moet u over het recht Gemelde incidenten verwijderen beschikken.
Procedure
-
Open in de homepage de taak Incidenten.
-
Stel de opvraagfilters voor uw rapport in. Kies een of meer van de volgende filters:
- Titel
- Beperk de zoekopdracht tot incidenten met specifieke tekst in hun titel.
- Categorie
- Als er incidentcategorieën zijn gemaakt, beperkt u de zoekopdracht tot specifieke categorieën.
- Aangemaakt op
- Incidenten gemaakt of gerapporteerd binnen het opgegeven tijdbereik.
- Beschrijving
- Beperk de zoekopdracht tot vermeldingen die deze tekstreeks bevatten.
- Incidenttijd
- Incidenten gerapporteerd binnen het gespecificeerde tijdbereik. De incidenttijd komt overeen met de gebeurtenis of het alarmtijdstempel waarop het incident betrekking heeft. Als het incident niet naar een gebeurtenis of alarm verwijst, stemt de incidenttijd overeen met de aanmaaktijd.
- Wijzigingstijd
- Incidenten die binnen het opgegeven tijdbereik zijn gewijzigd.
- Referenties
- Incidenten die verwijzen naar alle geselecteerde entiteiten.
- Gebruikerspecifieke velden
- Beperk de zoekopdracht tot een vooraf gedefinieerd gebruikerspecifiek veld voor de entiteit. Dit filter wordt alleen weergegeven als voor de entiteit gebruikerspecifieke velden zijn gedefinieerd en als het gebruikerspecifiek veld toen het werd gemaakt of de laatste keer dat het werd geconfigureerd, zichtbaar voor u is gemaakt.
-
Klik op Rapport genereren.
De gerapporteerde incidenten en incidentpakketten worden weergegeven in het rapportpaneel.
-
Als u de bijbehorende video van een gebeurtenis in een tegel wilt bekijken, dubbelklikt u op het item of sleep u het van het rapportpaneel naar het canvas.
Als er geen camera aan het incident is gekoppeld, wordt het dialoogvenster Incident bewerken geopend. Als u een incidentpakket selecteert, worden de videofragmenten binnen één tegel afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn opgenomen. Entiteiten die als extra resources zijn toegevoegd, worden in verschillende tegels weergegeven.
-
Als u video van een incidentpakket bekijkt, kunt u het afspelen bedienen via de widget Videofragmenten van het paneel Bedieningen. U doet dit als volgt:
- Als u naar een andere camera in het pakket wilt overschakelen, selecteert u een camera in de vervolgkeuzelijst.
- Als u naar de volgende of vorige camera in het pakket wilt gaan, klikt u op Volgend fragment () of Vorig fragment ().
- Als u naar een bepaald moment in de tijd wilt springen, verplaatst u de cursor naar die plek op de tijdlijn.
-
U kunt het incident als volgt aanpassen of verwijderen:
-
Selecteer een incident in het rapportpaneel.
-
Klik onderaan het rapportpaneel op Bewerken () of Verwijderen ().
-
Als u wilt aanpassen, bewerkt u de incidentbeschrijving in het dialoogvenster Incident bewerken.
-
Wijzig de incidentcategorie in de vervolgkeuzelijst Categorie.
-
Klik in het gedeelte Referenties op of om entiteiten waarnaar wordt verwezen toe te voegen of te verwijderen.
-
In het gedeelte Videofragmenten kunt u het volgende doen:
- De tijdreeksen bewerken van de videofragmenten die in het incidentrapport zijn opgenomen.
- Als u een andere camera aan het pakket wilt toevoegen, klikt u op Een item toevoegen (), selecteert u een camera en het tijdbereik en klikt u op Toevoegen.
- Als u de videofragmenten wilt beveiligen, selecteert u de optie Video beveiligen tegen verwijderen.
-
Ga op een van de volgende manieren te werk om het rapport op te slaan:
Als u ervoor kiest de videofragmenten te beveiligen die in het rapport zijn opgenomen, wordt het dialoogvenster Archieven beschermen geopend.
-
Stel in het dialoogvenster Archieven beveiligen de begintijd en de eindtijd in voor de video die u wilt beveiligen.
-
Selecteer hoelang het videobestand moet worden beveiligd met een van de volgende opties:
- Onbepaalde tijd
- Geen einddatum. U moet de beveiliging handmatig verwijderen door het videobestand in het rapportpaneel te selecteren en op Beveiliging opheffen () te klikken.
OPMERKING: Als de bewaarperiode is verstreken, worden onbeveiligde videobestanden niet onmiddellijk verwijderd. Indien nodig hebt u 24 uur om de videobeveiliging te herstellen. Raadpleeg de Security CenterBeheerdershandleiding voor informatie over archiveringsopslag.
- Voor x dagen
- Het videobestand wordt gedurende het geselecteerde aantal dagen beveiligd.
- Tot
- Het videobestand wordt beveiligd tot de datum die u selecteert.
-
Klik op Beschermen.
Als u uw wijzigingen in het dialoogvenster Archieven beschermen annuleert, wordt het incidentrapport toch opgeslagen.
Resultaten
De updates die u in het incidentrapport hebt gemaakt, worden in de database opgeslagen. Als u een gebruiker hebt geselecteerd, wordt het incidentrapport naar de betreffende gebruiker gestuurd.